Uniform/Scoutfit

Het dragen van een uniform is bij de meeste scoutinggroepen gebruikelijk. Het sluit aan bij de gedachte dat iedereen gelijkwaardig is, ongeacht rang of stand, religie of huidskleur.

Het eerste uniform heeft Baden-Powell grotendeels overgenomen van het uniform dat hij samengesteld had voor het Zuid-Afrikaanse politiekorps. Dit was een nieuw, door Baden-Powell opgezet, semi-militair politiekorps dat na de Boerenoorlog de orde moest handhaven in de voormalige Boeren-republieken. Voorop stond dat het een eenvoudig, comfortabel en praktisch uniform moest zijn voor het leven op het “veld”. Onderdelen hiervan waren een informele kaki bloes, korte broek (tot de knieën), een halsdoek en de beroemde (Stentson)hoed met brede harde rand en vier deuken.

 

 

 

 

 

 

 

 

Enkele quotes van Robert Baden-Powell:

“Voor de jongen is een uniform een grote attractie. En wanneer het de kleding is, zoals een woudloper die draagt, geeft het hem het idee direct verbonden te zijn met de pioniers, die helden voor hem zijn. Het uniform maakt ook een broederschap. Omdat iedereen het gebruikt, bedekt het alle verschillen van klasse en landstreek.”

“Vaak heb ik gezegd: het kan me niet schelen of een scout het uniform draagt of niet, als hij/zij maar met hart en ziel er bij is en de Scoutwet naleeft. Maar elke scout zal het uniform willen dragen als hij/zij er een kan kopen.”